Begin 2018 ontving het Reproductive Health Network Kenya de particuliere donatie van een half miljoen euro via het SheDecides-fonds, nadat Donald Trump de buitenlandse steun aan organisaties die zich inzetten voor abortus stopzette. Rutgers sprak met Nelly Munyasia, initiatiefnemer van SheDecides Kenia en programmamanager bij het Reproductive Health Network Kenya, en Ruth Kamau, jeugdcoördinator bij het RHNK, over de rol van jongeren binnen activisme. Lees hier deel 1 van de interviewreeks over de persoonlijke motivaties van Nelly en Ruth.
Wat is het standpunt onder jongere generaties over abortus in Kenia? Is een nieuwe generatie progressiever?
Ruth: “Er heersen ook onder die groep nog veel vooroordelen. 217 jongeren uit ons netwerk houden zich bezig met gedragsverandering en zij creëren ook draagvlak voor seksuele en reproductieve rechten onder leeftijdsgenoten. Om jongeren op hun gemak te stellen zorgen we ervoor dat er altijd iemand in de buurt is van hun eigen leeftijd als jongeren ons benaderen met een zorgvraag. Ze kunnen zich dan beter identificeren met de ander en voelen zich minder bang.”
Ruth: “Er heersen ook onder die groep nog veel vooroordelen. 217 jongeren uit ons netwerk houden zich bezig met gedragsverandering en zij creëren ook draagvlak voor seksuele en reproductieve rechten onder leeftijdsgenoten. Om jongeren op hun gemak te stellen zorgen we ervoor dat er altijd iemand in de buurt is van hun eigen leeftijd als jongeren ons benaderen met een zorgvraag. Ze kunnen zich dan beter identificeren met de ander en voelen zich minder bang.”
Nelly: “Kenia is een land in ontwikkeling. Voornamelijk armoede en deels ook religie zijn barrières voor de seksuele en reproductieve rechten van vrouwen en meisjes. In één van de gebieden waar we actief zijn worden meisjes vaak al op 9-jarige leeftijd zwanger. In die gemeenschap zijn de meeste zwangerschappen incest- of armoedgerelateerd. Een familielid bezwangert het meisje, of seks met een meisje wordt ‘uitgeruild’ voorgeld, maandverband, of bijvoorbeeld eten. Het probleem, naast een gebrek aan goede voorlichting en grote armoede, is ook dat jongeren niet weten waar ze heen moeten voor toegang tot veilige abortus of anticonceptie. Meisjes lijden in stilte, omdat ze niet gestigmatiseerd willen worden.”
Ruth: “Ook wanneer ze wel een veilige abortus ondergaan, worden meisjes en vrouwen uit hun gemeenschappen gegooid en krijgen veelal mentale problemen. We trainen daarom onze jongeren ook om nazorg te verlenen.”
Het is dus een combinatie van factoren: er is niet alleen een gebrekkig aanbod van de diensten, maar vrouwen en meisjes hebben ook slechte toegang en er zijn veel voordelen over het gebruiken van de diensten.
Nelly: “Inderdaad, en een gebrek aan informatie in de gemeenschappen zelf. Ook veel hulpverleners zijn bang om abortuszorg te verlenen. De conservatieve lobby, veelal vanuit de VS gefinancierd, is sterk en houdt bij welke hulpverleners diensten verlenen rondom seksualiteit. Die conservatieve lobby bestaat bijvoorbeeld uit christelijke anti-abortusgroepen binnen de overheid of individuen met machtige mediaposities, die de middelen hebben om media zelfs om te kopen.
Daarnaast zijn religieuze leiders vaak anti-abortus en aangezien een groot deel van de Keniaanse bevolking religieus is, hebben zij veel invloed. Jongeren worden bang gemaakt, en behouden het kind liever uit angst om gearresteerd en gestigmatiseerd te worden [ook al is abortus legaal volgens de grondwet wanneer er sprake is van levensgevaar, arresteert de politie in de praktijk, red]. Een ander groot probleem is dat jongeren verkeerde informatie krijgen, bijvoorbeeld van andere leeftijdsgenoten of het internet.”
Ruth: “Sociale media zijn een uniek platform voor informatie over het voorkomen van een zwangerschap en over abortus, maar er zijn ook veel ongefundeerde bronnen beschikbaar.”
Mooi nieuws is wel dat jongeren nu steeds beter op de hoogte zijn van hun rechten.
Nelly: “Toen eind vorig jaar Marie Stopes, een organisatie voor veilige abortuszorg in Kenia, tijdelijk werd verboden door de Keniaanse overheid, veroorzaakten jongeren veel reuring online. Jongeren voelen nu: het is míjn recht. Ze staan er voor op. Toen het verbod werd opgeheven, was dat zeker onder andere door druk van die jongeren.”